WEDDENSCHAP OM EEN ZWARTE OS
Londerzeel, 1635-12-04

Jaak Verlinden klaagt voor de vierschaar in “gebannen” zitting van 4 december 1635 Peeter Voorspoel aan omdat hij een weddenschap die hij verloren heeft niet wil vereffenen. “Bannen de vierschare” is een uitdrukking waarmee plechtig aangeduid wordt dat de zitting geopend is, dat het geding kan beginnen, de rechtbank of de vierschaar vestigen en naar de gebruikelijke vormen wettelijk maken. De twee partijen die tegenover elkaar stonden waren onlangs samen in gesprek over het verkrijgen van leengoed op de heide van Londerzeel. Peeter Voorspoel beweerde dat de graaf van Oranje-Nassau, heer van deze parochie, geen instemming had verleend om heidegrond in leen uit te geven. Jaak Verlinden hield het tegendeel staande. Daarop stuurde Peeter Voorspoel aan op een wedding met als inzet zijn zwarte os. Jaak Verlinden aanvaardde de wedding en stelde van zijn kant als pand een som van 36 Rijnsgulden. De weddenschap werd aldus beklonken en beide partijen verdroncken dairop seker gelach. Aanlegger Jaak Verlinden heeft vervolgens de zaak verder onderzocht en wendde zich hiervoor tot de rentmeester van de graaf, Hendrik Erix. Deze toonde hem een document, eigenhandig door de graaf ondertekend en gezegeld met zijn geheim wapen of geheimzegel. Er werd bevonden dat door middel van dit document de graaf wel degelijk zijn instemming had betuigd voor het uitgeven van lenen op de heide. Jaak Verlinden stelt voor de vierschaar dat den gedaeghde deselve weddinghe heeft verloren, midts welcke [...] concludeert tot leveringhe vanden selven osch oft weirde van dijen, cum expensis [...].

Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Schepengriffie nr. 5119)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1