EEN PAARD VERWORGD
Londerzeel, 1638-01-01

Jan De Bleser diende bij de vierschaar een eis tot schadeloosstelling in ten laste van Frans De Rijcke. Het betrof een ongeval waarvoor De Rijcke verantwoordelijk geacht werd. .

Het handschrift dat de feiten beschrijft luidt als volgt : .

“... dat Jan De Bleiser, aenleggere, over eenighe maenden geleden is gereden met sijnen wagen ende peirden over de hauten brugge, liggende over de Molenbeke, voir den molen vanden Drije Toren oft Thoff van Asscheraeijen, tot voir den draeijboom aldaer. .

Ende den voirschreven wagen ende peirden des aenleggers aldaer een cleijne wijle tijts gestaen hebbende, is aldaer oijck gecommen den gedaechde in desen [Frans De Rijcke] den welcken de voorschreven peirden des aenleggers heeft genomen metten toom ofte breijdel, hebbende de zelve peirden metten wagen zoecken te doen deijzen achterwaerts over de voirschreven hauten brugge vande voirgenoempde Molenbeke voirden voirschreven molen. .

Hebbende alsoe de gedaechde het voirschreven deijsen nijet wel cunnen te wege brengen naer sijnen appetijte ende quaden moetwil. .

Is gebeurt dat den voirschreven gedaechde de peirden des aenleggers met gewelt heeft gedwongen metten voirschreven breijdel ofte toom, zulcx dat een des voirschreven aenleggers peirt is gevallen vande voirschreven brugge inde Molenbeke, zulcx dat het peirt hangende int getreck, is opden staenden voet verworght ende gestorven ...”
.

De eis voor schadevergoeding voor het gewurgde paard, ingediend in het jaar 1638 bedraagt 18 grote Vlaamse ponden. .

Uit de repliek van Jan De Bleser op het verweerschrift van Frans De Rijcke blijkt dat de wagen met twee paarden bespannen en geladen met huisraad en andere goederen, naar het kasteel Drietoren reed om aldaer tselve goet te vluchten ende in bewarender handt te stellen uijt vreese van de soldaeten

Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Schepengriffie nr. 5188)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1