TWEE CONTRACTEN UIT 1639
Londerzeel, 1639-03-29

De weeskinderen van wijlen Peeter Alens en Barbara Van Assche onderschreven met bijstand van hun voogden op 29 maart 1639 een rentebrief voor de chirurgijn Meester Joos Van Eechout en zijn vrouw Barbara De Zeelander. Zij beloven aan de heelmeester een jaarlijkse rente te betalen van 6 Rijnsgulden en 5 stuivers, in voldoening van een uitgereikte som geld. .

Als waarborg voor een stipte betaling wordt hun hofstede in pand gegeven, genaamd “Doude Smisse”, drie dagwanden groot en gelegen te Londerzeel tegen de Molenbeek op Ursene. .

Deze rente werd op 7 december 1652 afgelost zoals blijkt uit een verklaring van Barbara De Zeelander, weduwe van wijlen Meester Joos van Eechout, thans gehuwd met Peeter Van Hanswijck, meier van Willebroek. .

De watermolen van het kasteel Drietoren van jonker Engelbert van Doetinghem is verhuurd aan molenaar Adriaan Vander Heijden voor 98 Rijnsgulden per jaar. Om voor deze verpachting in aanmerking te komen moest de molenaar enkele personen vinden die voor hem borg wilden staan. .

Hebben zich borg gesteld voor het goede onderhoud van de molen en een stipte betaling van de pachtsom Jaak De Bleser, zoon van Jan, Jan De Moor en Engelbert De Bie.

Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Schepengriffie nr. 5225)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1