De inhaling van de dorpsheer, te weten de graaf van Nassau, Prins van Oranje, geschiedde
met de nodige luister in Grimbergen de hoofdplaats van de baronie. De meier, schepenen
en andere gezagdragers van Londerzeel dienden op de plechtigheid present te zijn,
voorzien van de vereiste eerbewijzen.
Er is nog een kwitantie bewaard over de aankoop van zes flambouwen of toortsen die in de
stoet meegedragen werden :
“... Den ondergeschreven kent ontfanghen te hebben inden naem vande weduwe De Moor uijt handen van Matheus Van Ingelghem, de somme van vijffthien guldens ende vijffthien stuijvers over ses flambeeuwen aende Parochie ende schepenen van Londerzele gelevert tot het innehaelen van hunnen heer [...] Actum desen 23sten december 1650”.
Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Schepengriffie nr. 5179)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1