AANDEEL PHILIPS VAN URSENE, LEENMAN VAN HET HUIS VAN DENDERMONDE, IN DE KRIJGSTOCHT VAN DE HERTOG VAN BRABANT
Londerzeel, 1478-05-13

Het Huis van Nassau bezat wel een aantal lenen en heerlijke rechten in Londerzeel, toch was het leenhof van Ursene met talrijke achterlenen afhankelijk van het Huis van Dendermonde. In de eerst helft van de 16de eeuw zou Oranje-Nassau de meeste van de Dendermondse lenen in Londerzeel verwerven. Ter oorzake van zijn oorlog tegen de Koning van Frankrijk riep de hertog van Brabant zijn leenmannen op om hem bijstand te verlenen. Sommigen poogden onder allerlei voorwendsels van deze verplichting af te komen en daarom vaardigde de hertog een mandement uit dat werd afgekondigd van de pui van het stadhuis van Brussel , “... Ende ierst heeft de voirscreven lieutenant alle de voerscreven mandementen hem gesonden, binnen der stad van Bruessel ter poijen voere de stadhuijs van Bruessel metten clerck Vanden Bloede doen publicerene zoe ende als dat behoert ende costumelijken is te geschiedene”. De leenmannen en achterleenmannen werden vervolgens thuis bezocht om de bewijzen van het door hen geleverde aandeel voor te leggen. Zo verscheen Jooris Vander Braempt, onderbaljuw van de stad en het land van Dendermonde, ten huize van Philips van Ursene in Londerzeel. De onderbaljuw noteerde op 13 mei 1478 in zijn memorie dat Philips van Ursene in het verleden meermaals en op diverse tijdstippen gehoorzaamd heeft aan wijlen hertog Philips en ook aan hertog Karel, en steeds zijn aandeel leverde voor hun verzoek om bijstand. Hij heeft altijd zijn plicht vervuld om reden dat hij zijn leengoederen en heerlijkheden van Londerzeel en omstreken te leen hield van de heer van Dendermonde. « Thans bij het opmaken van dit geschrift heeft hij in mijn aanwezigheid de ontvanger van de heer van Dendermonde tevreden gesteld met de toezegging van zijn aandeel in de strijd met soldeniers te paard die ten laste van dit leen vallen ». “Philips van Nuersschen, woenende te Londerssele, te meer ende diverschen stonden in tijden des moghenden heeren ende hertoghen, wijlen hertoge Philips ende oic hertoge Kaerle, tot goeder memorien heeren van Denremonde, altijts geobedieert heeft ende gecontribueert in behoirliken lasten ende voldaen van denare [lees : “devoire”, plicht, moeite] ter causen van zijnen leene ende heerlicheide gelegen in Londersele ende daeromtrent, gehouden in leene vanden heere van Denremonde vander voirgenoemde hove ende huse van leene te Denremonde, ende alsnu date deser cedule ende te mijnder precensien ende jegewoirdicheide, soe heeft de voirscreven Philips van Nuersschen gecontenteert [...] vanden dienste van peerde, staende ten laste vanden leene tvoirscreven Philips liggende in Londerssele ende daer omtrent”.

Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Rekenkamer nr. 539)
De kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1