ONKOSTENREKENING VAN MEIER ANTOON ROBBERECHTS OVER HET JAAR 1709
Londerzeel, 1709-02-01

Er zijn talrijke staten van onkosten van deze meier bewaard gebleven. Zij vallen vooral op door de vele bijzonderheden waarmee hij zijn handelingen beschrijft en verantwoordt. Dikwijls rechtvaardigt hij de aangerekende vergoedingen door te verwijzen naar de moeilijkheden die een bepaalde opdracht veroorzaakte, de gevaren die hij doorstaan heeft en ook naar het voordeel dat hij voor de gemeente wist te bedingen.

Meier Antoon Robberechts oefende zijn ambt uit van 1694 tot 1718. Tijdens zijn ambtstermijn gingen de Zuidelijke Nederlanden over van het Spaanse naar het Oostenrijks bewind. De Spaanse Nederlanden veranderden in Oostenrijkse Nederlanden.

Hierna volgt een gedeelte van de door hem gevraagde vergoedingen voor het jaar 1709.

“Specificatie voor Anthoen Robberechts, meijer deser prochie ende herelijckheijdt van Londerseel, over diensten, vacatien ende deboerssementen bij hem in de voorschreven qualitijdt in faveur der selver prochie gedaen, cedert den 1en februarij 1709 ende is als volght.

Den iersten, tweede ende derde meert 1709 gecomiteert geweest ende gevasseert tot Brussel tot het presenteren van twee requesten, deen tot het meeten van onse prochie ende het ander tot quijtscheldinghe van twee 20ste penningen. Voor drij daeghen 9 gulden.

Op den 14den maije 1709 gevasseert met allen de schepenen ende met meester Jan Van Acoleijen ten huijsen van Jan De Bock [in de Cleijne Croon] ende met dito Van Acoleijen, lantmeter, geacordert ende gecontractert over het meten van onse prochie. 2 gulden ende 2 stuijvers.

Opden 28 Julius 1709 gevaseert ten huijsen van Jan De Bock in het aenverden van 15 waeghens tot het haelen van den cassije steen voor dese prochie.

Item opden 29, 30, 31 Julius ende den eersten Augustij 1709 gecommitteert geweest ende gevasseert tot Brussel tot het coopen van 3 roeden cassijesteen, tot 13 guldens de roede. 12 guldens.

Item vanden 19, 20 ende 21 september 1709 gevassert ende gefattiekert [doende geweest] nacht ende dagh met troepen die gecampert stonden tot Imden ende Ramsdonck, soo in beijde de legers als in het dorp, met wachten, foerageurs als ander commandens tot het leveren van waeghens, haever ende anderchins, een ider genoch bekent, waer voor mij compt voor drij daeghen ende nachten midts de groete moijelijckheijdt arate van vier gulden daeghs, 12 gulden.

Item opden 29 september 1709 gevassert met de regeders deser prochie, ingevolge het beschrijff vanden heer drossaert Vander Borght, ten huijse van Jan De Bock, in het maeken ende formeren van een staet ofte lieste van allen de schaeden ende reuwienen door onsse gemijntenaeren onderstaen door den volckeren van orloeghe die op den 19, 20 ende 31 september 1709 tot Imden ende Ramsdonck gecampert hebben. Voor den geheelen dagh 3 gulden.

Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Schepengriffie nr. 5188)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1