MEIER DU PRENNE BEDREIGD
Londerzeel, 1772-11-09

Meier Petrus Albertus Du Prenne had in uitvoering van de plakkaten over het kopen en verkopen van graan, negen zakken boekweit in beslag genomen. De boekweit was door Peeter Wauters uit Ramsdonk verkocht aan Peeter De Clerck uit Baasrode, jurisdictie van Vlaanderen.

Wellicht om de voorschriften en de beperking van de handel in graan te omzeilen waren de zakken met boekweit afgeleverd in de herberg “Het Wit Cruijs”, gelegen nabij “den Bergh van Calvarien ontrent de grensen deser parochie”. De meier had hiervan lucht gekregen en om te voorkomen dat de boekweit zou ontvreemd worden, had hij een wagen met twee paarden opgevorderd om de negen zakken naar het gerechtshuis te vervoeren.

Op dat ogenblik daagde Jacobus Vanden Eijnde op die met geweld de wagen met boekweit poogde tegen te houden. Hij greep een der paarden bij de toom en zowel meier Du Prenne als gerechtsdienaar Cornelis De Boeck en voerman Mattijs De Boeck hadden alle moeite om de wagen met boekweit in hun bezit te houden. Het ergste was nog dat Vanden Eijnde dreigde zich op de meier bij de eerste gelegenheid te zullen wreken.

De aanklacht tegen hem die op de rol stond van 9 november 1772 is dan ook ernstig :

“... vermits het selve feijt [...] ten uijttersten strafbaer is als beleth hebbende den aenleggere in het doen sijnder fonctie, ende vervolgens moet aensien worden als violateur der Justitie [...] de gedaeghde [...] sal worden geduemt ende gecondemneert in alsulcke pene ende amende als U Edelen [de leden van de vierschaar] in equiteit sullen vinden te behooren [met de kosten van het geding].

Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Schepengriffie nr. 5154)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1