EDEL VAN HOOFFDE ENDE SCHOON VAN STERTE
Londerzeel, 1604-03-22

Een mooie beschrijving van een cijns of belasting in natura die aan de Prins van Oranje, grondheer van Londerzeel, moest betaald worden komt voor bij de beschrijving van het leengoed “Den Bogaert”. Dit was een van de talloze lenen van de Prins en lag in de nabijheid van de Ramsdonkse heide. Het was een blok land van 6 dagwanden. Op 22 maart 1604 werd dit goed verkocht van Gielis Van Thienen en zijn vrouw Katelijne Wallschap. De cijns waarmee “Den Bogaert” belast was, ging vanzelfsprekend over van de oude leenhouder op de nieuwe. Het betrof hier een cijns in natura, bestaande uit 6 kapoenen [cappuijnen] of vette hanen. Maar het mochten geen gewone alledaagse neerhofhanen zijn. In de overdrachtsbrief van het goed staan ze duidelijk omschreven : ze moesten namelijk “edel van hooffde ende schoon van sterte” zijn, waarmee uitdrukkelijk bedoeld was dat het jonge, gezonde dieren moesten zijn die goed in de veren zitten.

Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Schepengriffie nr. 5215)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1