A CHEVAL
Londerzeel, 1605-08-23

De term à cheval of te paard komt veelvuldig voor in allerlei processtukken en er wordt mee bedoeld dat men doordringend een standpunt of argument benadrukt. Tijdens de zitting van de vierschaar van 23 augustus 1605 wordt verwezen naar een schepenbrief die op 27 mei 1460 voor de bank van Londerzeel verleden werd, ter bekrachtiging van de vestiging van een jaarlijkse rente van 32 Brabantse schellingen. Als onderpand voor de stipte uitkering hadden de toenmalige rentebetalers 14 dagwanden grond verbonden, gelegen in Londerzeel nabij de Hoeve Te Moortere tegen de Hoge Hulst, niet ver van de Helhoef in de Moorhoek. De rente was in de loop der jaren op de elkaar opvolgende erfgenamen overgegaan en de schuldenaars in 1605 hadden een grote achterstand opgelopen met de betaling. De renteheffer was op dat tijdstip de weduwe van Sieur Herman Vanden Steene. Zij verzocht de schepenbank dat haar de in het jaar 1460 als onderpand gestelde goederen zouden toegewezen worden als compensatie voor de verachterde renten. De rente was namelijk niet meer betaald sedert Kerstmis 1570. Mevrouw Vanden Steene was sinds 27 maart 1570 eigenaar geworden van de hypotheek. In het verslag van de vierschaar komt de uitdrukking “te peerde” voor. Advocaat Veroen Hermans verklaarde te peerde dat zijn cliënte Mevrouw Vanden Steene de pandgoederen wenst te claimen. Deze uitdrukking is een letterlijke vertaling uit het Frans van être à cheval sur - être très strict sur le chapitre de - être à cheval sur son droit. In de Nederlandstalige tekst schreef men : procureur Veroen Hermans in persoone te peerde, inden naem ende van weghen ...

Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Schepengriffie nr. 5110)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1