“PEYS ENDE VREDE”
Londerzeel, 1635-01-07

Zo luidde in het jaar 1635 de mooie naam van een herberg. Het bestaan van deze benaming is aan het licht gekomen door de beschrijving van een minnelijke boedelscheiding op 7 januari van dat jaar. Jan De Bleser de oude en zijn vrouw Elisabeth Willems waren overleden. Zij lieten drie kinderen na die op dat ogenblik nog in leven waren, met name Jaak De Bleser en zijn broers Jan en Peeter. Een andere zoon die Elooi heette was gehuwd met Katelijne Van Assche en was ook reeds gestorven. De drie gebroeders bereikten samen met Hendrik Van Assche, die handelde als voogd van de kinderen van wijlen Elooi De Bleser, een akkoord voor de vreedzame verdeling van de erfgoederen die door hun ouders nagelaten waren. De goederen werden in gelijke parten verdeeld en bij lottrekking werden aan de weeskinderen van Elooi toebedeeld : eerst een hofstede, een stuk land van één dagwand, een ander perceel van drie dagwanden, een half bunder land met de naam “Het Drinkelink”, een weide van 6 dagwanden op de Kaasheide, een half bunder grond in de Neeravert en tenslotte de herberg “Peys ende Vrede” met één dagwand grond. In het manuscript wordt deze kavel beschreven : “... Item noch sekere hoffstede mette huijse, stallen dairop staende, groot ontrent een dachwant, oijck binnen dese voorschreven prochie van Londersele gelegen, genompt Peys ende Vrede, commende metter eender zijde aende goeden van Joos Cleijman, ende met twee andere zijden aen sheeren straete”. Om de lokalisatie van de herberg te vinden moet gezocht worden waar de goederen van Joos Cleijman gelegen zijn, waarvan “Peys ende Vrede” een paalgenoot was. Op 11 maart 1603 hadden Joos Cleijman en zijn vrouw een hofstede gekocht in de straat die naar “De Zage” liep. In datzelfde jaar wordt ook “De Zage” beschreven als “... een hoffstadt tusschen [het] Cleijn Sneppelaeren Velt ende straete voor Henrick Van Meere [...] ende es nu huijs ende hoff dwelck pleech de herberge te sijne geheeten de Zage, ende daer behoirt toe al het landt dat leijdt tusschen de Herberdinne beke ende Wassenpoel Beke, te wetene opt Vlierken ende Cleijn Sneppelaren Velt ...”. Men mag aannemen dat de herberg “Peys ende Vrede” ergens in het huidige Sneppelaar stond.

Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Schepengriffie nrs. 5225, 5241, 8945)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1