Hendrik Cruijwinckele was aangevallen en gekwetst door Peeter Verheijden en aan zijn
verwondingen overleden. De drossaard van het land van Grimbergen jonker Maximiliaan
De Mol, eist voor de vierschaar van Londerzeel een strenge straf. Peeter Verheijden was
ondertussen gevlucht en hij werd op 27 oktober 1636 bij verstek veroordeeld.
Opnieuw was voorafgaand aan het vonnis het advies van rechtsgeleerden ingewonnen
Ende midts de swaericheijt vande saecke, gehadt hebbende advijs van geleerde ende meesters inden rechte ... .
Aangezien uit de ondervraging der getuigen duidelijk was gebleken dat het wel degelijk
Peeter Verheijden is geweest die de verwonding aan Hendrik Cruijwinckele had
toegebracht en waaraan hij gestorven was ... .
... wijsen ende vercleren de voorschreven schepenen, ter maenissen huns meijers recht doende, voor recht dat den voorschreven gedaeghde ende defaillant [afwezige] heeft verbeurt leijff ende goet, den selven dair inne condemnerende ende tot dijen sal geexecuteert wordden metten sweerde, datter de doot naer volght ...
Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Schepengriffie nr. 5162)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1