Op 27, 28 en 29 november 1708 ben ik naar Aalst gezonden om daar af te rekenen voor de
leveringen die onze gemeente gedaan heeft aan de Franse troepen. De bevoorrading
bestond uit hooi en graan, in totaal 17 wagens, ieder beladen met 10 zakken koren en
haver.
Idem op dezelfde dag betaald in Aalst aan een soldaat die de sleutel van de deur van de
klokketoren van onze kerk had meegenomen 3 1/2 stuivers.
Op 12 december, op last van de schepenen naar het kasteel Drietoren van de heer Carolus
van Doetinghem op Ursene geweest, om te onderhandelen met een luitenant die aldaar
samen met 30 soldaten kampeerde, over de levering van brandhout, stro en ander
kampeermateriaal.
Op 13 december 1708 vergaderd met de regeerders van deze parochie, voor het opmaken
van een lijst met leveringen aan de Franse troepen en van de plunderingen die zij verricht
hebben in de maand november 1708. Deze lijst moest bezorgd worden aan de Heer
Vanden Velde, rentmeester van de Heren Staten van Brabant.
Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Schepengriffie nr. 5189)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1