“Transport van d’Landt ende Heerlijckheijdt Van Londerzeele met allen den toebehoorten soo ende gelijck dat nu is gedemembreert van d’Landt ende Heerelijckheijdt van Grimberghen, ten behoeve van den heere Gaspar Josephus Boot heere van Sombeke.
Maria Theresia bij de gratie Godts Rooms Keijserinne [...] alle de ghene die dese onse
tegenwoordige Brieven sullen sien ofte hooren Lesen Saluijt Doen te weten, dat op heden
date der selve voor ende ten overstaen van onsen Lieven ende getrouwen Franciscus Josephus van Assche, Raedt van onsen Raede geordonneert in Brabant als Vice-stadthouder van onsen Leenhove van Brabant [...] ende in de presentie van onse mannen van Leen naergenoemt, te weten [...]
Comparerende Joannes De Groot als procureur ter Saecke naerbeschreven onwederroepelijck geconstitueert bij Maximiliana Theresia Dongnijes gravinne van Coupignies, princesse de Berghes, hertoginne van Croij, gravinne ende baronne vanden Lande van Grimberghen &a [...] heeft in dier qualiteijt onsen voorschreven Vice-stadthouder ende mannen van Leen Verthoont ende te kennen gegeven, hoedat die Voernoemde Constituante bij authorisatie als voren, hadde vercocht in de Camer van Uccle binnen dese onse voorschreve stadt aen Gaspar Josephus Boot heere van Sombeke,
Cooper verbleven met uijtganck der brandende Keersse ter denominatie van den notaris
Martinus Josephus Hendrics, d’Landt ende heerelijckheijt van Londerzeel met de
heerelijckheden hooghe middele ende Leeghe, met de Waeteren, molens, landen, bempden,
Straeten, Vroenten [gemeentegrond, onbebouwde grond, gemene weiden], beken, rivieren,
vischerijen, manschappen, chijnsen, renten, vervallen [verbeurd verklaarde goederen],
Opcominghe [toevallige inkomsten] ende alle andere toebehoorten, als mede het recht van
Jacht, van planten, stellen Drossaert, meijer, greffier ...”.
SAMENVATTING
Overdracht aan heer Gaspar Josephus Boot, heer van Sombeke van het land en de
heerlijkheid Londerzeel met alles wat erbij hoort, thans gesplitst van het land van
Grimbergen.
Joannes De Groot verschijnt voor de Raad van Brabant in hoedanigheid van mandataris
van Maximiliana Theresia Dongnijes. De volmachthebber verklaart in de Kamer van
Ukkel dat hij - bij het uitdoven van de brandende kaars - aan Gaspar Josephus Boot
verkocht heeft en voor wie aanvaard heeft notaris Josephus Hendrics, het land en de
heerlijkheid van Londerzeel.
De verkoop omvat alle heerlijke rechten, zowel hoge als middelbare en lage, en ook de
vijvers, molens, landerijen, beempden, straten, braakliggende gronden, beken, rivieren, het
recht van visvangst, de verplichte bijstand van mannen in krijg en arbeid, cijnzen, renten,
het recht op verbeurd verklaarde en toevallige inkomsten, het jachtrecht, het recht om
langs de wegen bomen te planten, de bevoegdheid voor aanstelling van drossaard, meier,
griffier, schepenen en officieren.
De overdracht omvat ook alle andere voordelen en rechten die aan de heerlijkheid eigen
zijn en voortkomen van het huis Oranje-Nassau, als zijnde voorheen een leengoed dat deel
uitmaakte van het land van Grimbergen.
Koper Gaspar Josephus Boot heeft het goed aanvaard tot zijn eigen nut en hij heeft de
koopsom betaald met de opbrengst van afgeloste kapitalen en gedeeltelijk met geleend
geld. De verkochte goederen dienen voor wederbelegging. De koper heeft bepaald dat na
zijn dood de goederen in eigendom zullen toekomen aan zijn kinderen, ieder voor een
gelijk deel. Zijn echtgenote, Maria Theresia Vander Gote, zal dan het vruchtgebruik
verkrijgen.
Dit alles is geschied in overeenstemming met de bepalingen in de vermelde akte van
volmacht, geratificeerd in de griffie van het Leenhof van Brabant op 2 mei 1764. De
notariële akte van volmacht de dato 24 februari 1764 bevat de bepaling dat de
leengoederen van de verkoopster in Londerzeel, in het groot leenboek ingeschreven als
“Particulier Oranje”, niet mede verkocht worden. Blijven ook buiten de verkoop het
kasteeltje met zijn afhankelijkheden en evenzo de andere goederen die al eerder
overgedragen zijn aan de heer Midavin die er thans eigenaar van is.
De verkoop bevat verder :
- een cijnsboek waarvan het titelblad luidt “Cheijnsboeck van Londerzeel”,
bestaande in 550 posten,
- een leenboek met als opschrift “Leenboeck van sijne Majesteijt van groot
Bretagnien William den Derden”, waarvan de lenen in Londerzeel en omgeving
gelegen zijn. Deze lenen werden door wijlen graaf Hendrik van Nassau in het jaar
1534 gekocht van Daneel Vilain en hingen af van het huis van Dendermonde. Dit
leenboek droeg vroeger de naam “Vilain ende Voorspoel” en omvat 58 zowel volle
als andere lenen,
- een keurboek met 27 posten die aan de heer van Londerzeel moeten betaald
worden bij het overlijden van ieder van de aangestelde sterfmannen,
- het “Schoofboeck van de schoofgoederen onder Londerzeel”, bevattende het
schoofrecht op 130 bunder en 16 roeden land, verdeeld in 7 wijken,
- deze cijns-, leen-, keur- en schoofboeken bevatten het recht van manschap op de
lenen, de heerlijkheid, en de cijnzen eraan verbonden zowel in geld, kapoenen als
broden en die verschuldigd zijn aan baron de Boneem van het hof van Melis,
- het heerlijk recht op het “Gruijtbier” van Londerzeel,
- een water- en een windmolen,
- een partij land van 21 bunder, twee dagwanden en 63 roeden alles aaneen gelegen,
met de bomen en het groeiende hout erop, genaamd “Den Berghbosch” te
Londerzeel, maar zonder het huis, de schuur en de stallen die eigendom zijn van
huurder Francis Peeters,
- ongeveer drie bunder land op de Heide te Londerzeel met de dreef van
beukebomen. Eveneens overal elders in Londerzeel, alle bomen en houtgewas langs
de heerlijke wegen en straten.
De verkoop houdt voor de nieuwe eigenaar de verplichting in om jaarlijks een halve
braspenning te betalen aan de baron van Willebroek en 20 1/2 stuivers aan de kerk van
Londerzeel. Daarboven nog twee veertelen rogge voor de armenzorg van het dorp. Dit
alles geschiedt op de wijze en met de grootte zoals de comparante de heerlijkheid van de
vroegere eigenaars bekomen heeft op 28 februari 1757, met name van de prinses-weduwe
van Oranje-Nassau, in haar hoedanigheid van moeder en voogdes van prins Willem van
Oranje-Nassau.
Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Leenhof van Brabant, Register 172, pagina’s 506-verso en volgende)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1