Het kasteel werd in zijn huidige vorm gebouwd door graaf Carolus Henricus Gislenus
Boot, heer van Sombeek en Londerzeel. Het kwam op de plaats waar vroeger het waterslot
stond waaraan het zijn naam ontleende, ofschoon de enige afbeelding die er tot op heden
van gekend is een waterburcht vertoont met vier hoektorens rond een vierkant
binnenplein. Het kasteel is op die wijze summier afgebeeld in de Atlas van Jan Van
Acoleijen uit de jaren 1709/1710.
Graaf Carolus H. G. Boot hield op 19 december 1785 een publieke verkoop van de
inboedel, deuren, ramen en vensters, voortkomende van de afbraak van het oude kasteel.
Het oude slot staat beschreven in de overdrachtsakte (schenking) van 23 september 1608
door de toenmalige eigenaars jonker Joos van Ursene, zoon van wijlen Philips en van
Katharina Vander Ee enerzijds en Melchior van Jarsma met Ciprianus van Jarsma
anderzijds. De begunstigde was Engelbert van Doetinghem : “... het huijs oft slot vanden
Drijtoren, genaempt thuijs ten Ursene offt Asschiraeijen, gelegen inde prochie van Londersele, vuijten watere opgeme[t]st, mette optreckende brugge, metten pachthove, schueren ende stallen daerbij wesende, metten coolhove, omwatert soe mette loopende beke als sekere gracht loopende vuijte selve beke tot inden hoffgracht vanden huijse ende slote vanden Drijtoren. Item daeromtrent eenen vijvere daerop men can houden vier hondert karpers ende meer ...”.
Aanvankelijk waren de buitenmuren van het hedendaags kasteel wit bepleisterd, maar deze
bezetting werd later verwijderd. Het bouwjaar van het herengoed dat er nu staat is 1786 en
wordt vermeld in een gedenksteen die aan de buitenzijde van het kasteel aangebracht is.
Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Schepengriffie nrs. 5216 - 5326 en persoonlijk archief)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1