In het register “Leenrolle slants van Grimbergen” staat onder meer het verslag van de zitting van het Leenhof op 15 juni 1627. Peeter de Gouij verscheen er voor de stadhouder jonker Maximiliaan De Mol en de leenmannen van de Prins van Oranje. Peeter de Gouij was getrouwd met Anna Matthijs, een dochter van Maria Verlinden en ... “hij heeft genamptiseert goudt ende silver, te wetene in goude eene halffve fransche croone ende in silvere eenen drijestuijvers penninck ...”. Het woord “namptiseren, of nantiseren” is afgeleid van het Frans “nantissement”, pand, borgtocht. Het betreft de neerlegging van een som geld als handvulling, tot zekerheid, een storting bij voorraad. Het begrip wordt ook omschreven als “maingarnie”. Dergelijke afdracht van geld gebeurde steeds wanneer er een betwisting over de vervreemding of verwerving van onroerende goederen ontstaan was. Peeter de Gouij wenste de vernadering of naasting te bekomen van een half bunder land, omgevormd tot weide en gelegen vóór het Hof te Luijts in Londerzeel en langs drie zijden door dit hof omgeven. Dit perceel was enige jaren geleden door wijlen Marie Verlinden, weduwe van Lenaart Matthijs verkocht aan Joos Goossens en deze was inmiddels overleden, zonder dat de koopsom betaald was. Om het goed in familiebezit te houden vroeg Peeter de Gouij aan het leenhof de vernadering aan. Teneinde de vroegere koper, thans de erfgenamen van Joos Goossens van de betaling van de koopsom te verzekeren, deponeerde Peeter de Gouij de voorgeschreven goud- en zilverstukken als waarborg, en dit in afwachting van de beslissing van het leenhof over de gerechtigheid van zijn verzoek tot naasting. Dergelijke kwesties werden grondig onderzocht en in dit geval heeft het leenhof er later nog minstens twee zittingen aan gewijd.
Bron: (Algemeen Rijksarchief Brussel - Schepengriffie Grimbergen nr. 3497)
De Kroniek van Londerzeel - Marcel Slachmuylders - Geschied- en Heemkundige Kring van Londerzeel v.z.w. - D/1998/8302/1